INTRO
Deze
website werd samengesteld bij gelegenheid van het 80-jarig bestaansjubileum van
Muziekvereniging Harmonie OBK: 1920 – 2000.
En toch kende het Erp
van de 19e eeuw al een tweetal elkaar opvolgende muziekverenigingen.
Fanfare “Semper
Crescendo”
In 1863 werd in Erp een fanfare “Semper Crescendo” opgericht.
Volgens een brief uit 1878 fungeerde de vereniging uit eigen middelen van de
leden en daarom verzocht men het gemeentebestuur van Erp om een jaarlijkse
“gratificatie”. Vooral ook omdat men in 1878 een directeur-dirigent wenste
aan te trekken, de heer Franz A.G. Krönig uit Oss, en de kosten te hoog
werden. In de raadsvergadering van 29 oktober 1878 werd dit “adres van de
Directie” van “Semper Crescendo” behandeld. Men besloot op de
begroting van 1879 een bedrag van fl 100.- uit te trekken ten behoeve van
het gezelschap.
Het werd
stil
Blijkbaar liep het later mis met Semper Crescendo. Geen ambitie
meer bij de muzikanten? Financiële lasten te hoog? Misschien was het vertrek
van muziekmeester Franz Krönig naar Delft in 1881, waar hij kapelmeester
werd van muziekvereniging “De Delftsche Harmonie” de oorzaak?
Het werd in ieder geval stil rond “Semper Crescendo”…
Oefening baart kunst
Maar op 13 juni 1892 ontving het gemeentebestuur van Erp een brief van
het “voorloopig bestuur van de op te richten fanfare binnen deze gemeente
onder het devies Oefening baart kunst”. Daarin was onder andere
sprake van de “reparatie van oude instrumenten”, wellicht de instrumenten
van het ter ziele gegaan “Semper Crescendo”?
De ondertekenaars van dit schrijven verzochten de raad om een bijdrage van fl.300,-- en of het nieuwe gezelschap de repetities in de openbare school mocht houden, de jongensschool aan de Erpse Schoolstraat. De raadsleden, een dag later bijeen, besloten het bedrag van fl.200,-- uit te doen keren. Doch zij verlangden de zekerheid dat het muziekgezelschap werkelijk tot leven kwam en de betaling mocht dan ook pas na ,,6 maanden of eerder” geschieden.
In de raadsvergadering van 15 november 1892, na weer een ,,schrijven van de fanfare ,,Oefening baart kunst alhier”, gingen de raadsleden akkoord met de uitkering van dit bedrag. Want “beloofd is beloofd”, zo merkte een raadslid op.
Allereerste reglement: 24 juni 1892
Van het allereerste reglement van het nieuwe Erpse muziekgezelschap,
Fanfare Oefening Baart Kunst, bezitten we - dankzij Erthepe - nu
kopieën.
Het
voorlopig bestuur
Het voorlopig bestuur van het OBK van 1892 bestond uit notaris Copplée,
Egidius van Berkel (de koster-organist van Erp), J. van Lankveld, A.
Verhuijzen en A.J. van Mil. Van Mil was ambtenaar (“schrijver”) op het
gemeentehuis van Erp en een zeer muzikaal “mènneke”. Hij leidde het orkest
een periode. En was de eerst voorzitter.
Dit allereerste bestuur ondertekende de reglementen van 24 juni 1892.
Van het bestaan van deze fanfare getuigen verder een programma en een groepsfoto uit 1897. Verder werd in 1898 een foto gemaakt van het gezelschap, zittend op een gelegenheidskiosk, ten tijde van de inhuldigingsfeesten van Koningin Wilhelmina. Middels krantenberichten, in onder meer de Zuid-Willemsvaart, in die tijd weten we dat OBK met name optrad bij gebeurtenissen van het Koninklijk Huis, zoals de geboorte van prinses Juliana op 30 april 1909.
|
|
Fanfare
OBK op 15 juli 1897: de dirigent en medeoprichter A.J. van Mil zit naast de
linkse schellenboomdrager. De man met de enorme snor naast hem, is notaris Copplée, de mecenas van OBK. In de tweede rij bovendien, zittend tweede van rechts, burgemeester A.B.H. Otten.
|
|
Bij gelegenheid van
de geboorte van prinses Juliana op 30 april 1909 poseren burgemeester
A.B.H. Otten (met hoge hoed) en gemeentesecretaris A.J. van Mil (bolhoed) op het bordes van het gemeentehuis. Op de hoeken van het bordes OBK's schellenboomdragers Bert Gilsing en Hanneske Crooijmans, op de trappen de leden van Fanfare OBK en op de voorgrond leden van de Erpse wielerclub, waaronder Jan Hendriks. |
Legendevorming rondom de opheffing van het OBK van 1892.
Financiële problemen lopen als een rode draad door de geschiedenis van de
Erpse muziekgezelschappen in de 19e - begin 20e eeuw. Ook Fanfare OBK kan maar
met moeite de touwtjes aan elkaar knopen. Waarschijnlijk is dat een van de
redenen, waarom de fanfare in februari 1913 is opgeheven. Het krantenbericht in
de Zuid-Willemsvaart van 25-2-1913 meldt daarentegen, dat de opheffing
grotendeels het gevolg is van een gebrek aan ambitie.
In de overleving
doet een ander verhaal de ronde over de opheffing van de fanfare in 1913. Na de
deelname aan de Antoniusprocessie in juni 1913 zouden leden van de fanfare een
schipperscafé bij Sluis 5 hebben bezocht, wat niet naar de zin was van de
kerkelijke overheid. Gemeenteveldwachter Koop nam de instrumenten in beslag en
borg ze op in het gemeentehuis.
Maar dat kan niet kloppen. De eerste Antoniusprocessie vond pas een half jaar na
de opheffing van de fanfare plaats en in een krantenbericht over de processie in
juni 1913 staat vermeld dat alleen de harmonie van Aarle-Rixtel aan de
Antoniusprocessie deelnam!
Waarschijnlijk zijn in de overlevering enkele gebeurtenissen door elkaar
gehaald.
In 1914 werd A.J. van Mil burgemeester van Erp.
Informatie werd ontleend aan de handgeschreven verslagen van Johan Fransen, secretaris van 1930 tot 1953. En aan het documentenonderzoek van Marius Strijbosch, Erthepe.